14-03-2024

A.I. speelt een steeds prominentere rol in creatieve processen, waardoor er vragen ontstaan over het auteursrecht. Denk bijvoorbeeld aan een tekstschrijver die A.I. gebruikt voor zijn webteksten. Hierdoor ontstaat discussie over waar het auteursrecht nu eigenlijk ligt. Daarbij roept het gebruik van A.I. de vraag op of er überhaupt auteursrecht rust op de gegenereerde content. In dit artikel nemen we je mee over A.I. en auteursrecht in Nederland.

Wat is A.I. content?

Laten we beginnen met wat A.I. content nu precies is. Heel simpel gezegd: A.I. content is content (dit kan een webtekst zijn, maar ook bijvoorbeeld een blog) die gegenereerd is met A.I.. Bij bijvoorbeeld ChatGPT hoef je enkel aan te geven welke tekst je nodig hebt, en waar deze aan moet voldoen. ChatGPT doet vervolgens de rest. En zo krijg je vrij eenvoudig een tekst voorgeschoteld. Houd hierbij wel rekening dat de tekst niet altijd grammaticaal juist is. Het is dus belangrijk om als mens de tekst als basis te zien, en deze zelf nog te redigeren en te herschrijven naar wens.

Auteursrecht op A.I. content

In Nederland ontstaat auteursrecht automatisch. Een werk wordt beschermd door auteursrecht als het een zekere mate van creativiteit vertoont en er een maker is. Creativiteit betekent dat het werk een eigen origineel karakter heeft en een persoonlijke touch. Dit houdt in dat het werk het resultaat is van intellectuele inspanning, waarbij de maker vrije en creatieve keuzes maakt. Hoewel dit niet expliciet in de wet staat, wordt ervan uitgegaan dat het werk een product is van menselijke creativiteit, een idee dat ook geldt in de Europese Unie en de Verenigde Staten. Zonder een menselijke maker is er dus geen auteursrecht. De consensus is dat auteursrecht ontstaat dankzij de menselijke creativiteit en inspanning.

Bron: AI en auteursrecht - Auteursbond

Conclusie

De conclusie? Er zit geen auteursrecht op werk dat door A.I. gemaakt is. Maar duidelijke regelgeving is er momenteel nog niet. Zo heeft de New York Times bijvoorbeeld een rechtszaak aangespannen tegen OpenAI en Microsoft vanwege het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal om generatieve A.I. te 'trainen' of te verbeteren, zonder toestemming van de New York Times. De zaak brengt boeiende vraagstukken naar voren over de waarde van trainingsdata, auteursrechtelijke bescherming en verantwoordelijkheid voor gegenereerde content. Daarnaast werpt het licht op de ingewikkeldheid van A.I.-hallucinaties en de mogelijke schade aan reputatie die hiermee gepaard gaat. Bij TrueLime houden we de laatste ontwikkelingen dan ook nauwkeurig in de gaten, zodat we hier op kunnen inspelen wanneer nodig is.